Blog

Overgewicht bij kinderen

Heeft jouw kind overgewicht? We delen 10 tips van Loes adviseert ouders, die kunnen helpen je kind te helpen een gezonder gewicht te krijgen. Bijvoorbeeld door plezier te maken en te bewegen, zodat de hoeveelheid eten en bewegen in balans is. Kom je er zelf niet uit, dan kun je altijd terecht bij de jeugdverpleegkundige of huisarts. Tip 1: Iedereen is uniek Besef dat ieder kind uniek is. Ook binnen jouw gezin. Qua karakter, qua aanleg, qua stofwisseling. Er is geen one-size-fits-all-oplossing. Ga op zoek naar wat werkt voor jouw kind. Tip 2: Neem de tijd Bij kinderen met ernstig overgewicht kan het soms een lange weg zijn om te ontdekken wat voor hem of haar werkt. Een puzzel. Een weg met vallen en opstaan. Gun jezelf en je kind de tijd hiervoor. Het is niet erg als het allemaal niet meteen lukt. Jullie moeten je eigen, unieke pad vinden. Gezinnen doen daar jaren over. Tip 3: Stress door overgewicht Mensen denken dat kinderen een naar gevoel geven over hun gewicht of uiterlijk motiveert om af te vallen. Uit onderzoek blijkt het tegenovergestelde. Kinderen die een laag zelfbeeld hebben, ondervinden chronisch stress. En het is juist die stress die gezonde keuzes gezonde keuzes in de weg staat. Niet alleen omdat ze denken dat ze het niet kunnen, maar ook omdat een lichaam onder stress meer hongerhormonen aanmaakt, minder snel verzadigd is en sneller vet opslaat. Stress werkt dus ook fysiek tegen. Tip 4: Zoek de juiste hulp Weet dat hulpverleners niet altijd de meest actuele kennis hebben van de complexe ontstaansgeschiedenis van overgewicht. Ook sommige artsen, diëtisten en fysiotherapeuten niet. Ook zijn ze niet altijd vrij van vooroordelen. Als je hulp inschakelt, kan het dus zijn dat je even door moet zoeken tot je de iemand gevonden hebt die jouw kind echt kan helpen. Tip 5: Zet in op een gezond leven Focus je op goede eigenschappen van je kind. En help je kind die eigenschappen in te zetten om gezond te leven. Kinderen zijn heel goed in zelf oplossingen bedenken. Help ze dat te doen. Tip 6: Weeg complimenten af Als je complimenten geeft, doe dat dan voor de inspanning die het kind levert en niet voor het gewichtsverlies of voor het uiterlijk. Complimenten over gewichtsverlies of uiterlijk keren zich tegen je kind als het in een periode daarna even wat minder goed gaat, want het kind heeft geleerd: als ik niet aankom en er slank uitzie, ben ik de moeite waard. Anders niet. Met complimenten over de inspanning heb je dat nooit. Zeg dus liever: “wat zorg je goed voor jezelf”, “wat goed dat je een stuk komkommer pakt als je trek hebt tussendoor” of “wat tof dat je met je vrienden gaat voetballen”.  Tip 7: Denk aan je gedrag Geef het goede voorbeeld. Als je niet blij bent met jezelf, je lichaam en je eetgedrag, neemt je kind dat zelfbeeld over. Je wilt graag dat je kind een fijne relatie opbouwt met eten en gelukkig is met zijn of haar lijf. Niet dat het eten koppelt aan angst en schuldgevoel. Let dus goed op wat je over jezelf zegt. Tip 8: Beweeg en maak plezier Gebruik plezier en gezelligheid als motivatie voor bewegen. Niet calorieën verbranden en gewicht verliezen. Geef ook daarin zelf het goede voorbeeld. Help je kind ontdekken wat het leuk vindt. Ontwikkelt een kind een passie voor een sport, dan heeft het voor het leven lang een motivatie om in beweging te blijven Tip 9: Kook samen gezond Kopieergedrag kan je ook positief inzetten: kook samen gezond, laat zien hoe jij van gezond eten geniet, zorg dat het gezellig is aan tafel. Tip 10: Eet niet bij emoties Gebruik eten niet als troost. Al op jonge leeftijd troosten we kinderen met eten als ze verdriet hebben. Er zijn aanwijzingen dat kinderen zo leren om vervelende emoties met eten op te lossen. Artikel Loes adviseert ouders

Zelfredzaamheid van je kleuter stimuleren

Baby’s zijn afhankelijk van jou en kunnen nog niet voor zichzelf zorgen. Dat verandert al gauw. Hoor je peuter ook regelmatig roepen: ‘Zelluf doen!’ Dat zijn de eerste stappen op weg naar meer zelfredzaamheid van je kind. Hoe stimuleer je de zelfredzaamheid van je kind?  Voor je het weet is je peuter een kleuter en mag hij of zij naar groep 1. Spannend, die eerste schooldag. Het is fijn als je kind dan zelfstandig dingen kan doen. Voor hem of haar zelf en ook voor de leerkracht. Die heeft niet altijd gelijk tijd om de jas aan te doen, billen te vegen of te helpen met het omkleden bij de gymles. Ook vergroot het zelfvertrouwen van je kind als hij of zij zelf dingen kan doen. Nieuwe vaardigheden en nieuw gedrag leren peuters het beste als daar (ook) thuis aandacht voor is. Lees hier hoe je je peuter nieuwe dingen aanleert.  Zo is zelf aankleden een belangrijke vaardigheid. Maar is zeker niet de makkelijkste. Het oefenen is bij veel kinderen een strijd. Zeker in de ochtendspits. We hebben tips! Tip 1: Samen oefenen Doe een handeling voor en oefen dit samen. Laat bijvoorbeeld zien hoe je kind zichzelf kan aan en uit kan kleden. Of hoe ze een drinkbeker of broodtrommel kunnen openen en sluiten. Tip 2: Beperk de keuze Beperk het kiezen van kleding tot twee kledingsetjes. Tip 3: Voor of achter? Help je kind bij het zien wat de voor- of achterkant van de kleding is. Zet bijvoorbeeld een stip onder de rechterzool van de schoen. Of kies ondergoed met een duidelijke print op de voorkant. Tip 4: Maak het makkelijk De motoriek van een kleuter moet zich vaak nog ontwikkelen. Daar kan je bij het zelf laten aankleden rekening mee houden. Laat je kind bijvoorbeeld zitten om een broek aan te doen. Of leg een kledingstuk zo klaar dat het makkelijk aan te trekken is.  Tip 5: Op tijd op staan In de ochtend is het bij veel gezinnen vaak een race tegen de klok. Voorkom stress door op tijd op te staan en geen strijd te maken van aankleden.  Tip 6: Kleine stapjes Vind je kind iets moeilijk? Oefen in stapjes. Bijvoorbeeld eerst oefenen met de jas aandoen en later met de rits. Of eerst de schoenen aandoen en later oefenen met de veters strikken.  Tip 7: Leren en complimentjes Neem de tijd om te oefenen. Spelenderwijs iets leren is leuk. Kleuters vinden leuk een ’diploma’ te krijgen voor iets dat ze nu zelfstandig kunnen. Denk aan een strikdiploma als ze hun veters kunnen strikken. Je kan ook een belonings- of gedragskaart gebruiken. Probeert je kind iets nieuws? Geef complimenten. Bijvoorbeeld: “Je kan het al bijna helemaal alleen’’ of ‘Goed, dat je het al zelf kan of probeert.” Tip 8: Zindelijk worden Gaat je kind naar school maar is het nog niet zindelijk? Veel scholen vragen ouders hun kind eerst zindelijk te krijgen, voordat het naar school gaat. We hebben tips over hoe je je kind helpt bij het zindelijk worden. Ook de jeugdverpleegkundige van GGD Twente kan helpen. Bel gerust naar 053 4876670.   Artikel Loes advissert ouders

Voorlezen aan baby's

Baby’s houden van klanken en horen graag taal en muziek. Allemaal houden ze van deuntjes, liedjes en rijmpjes. Kijken en luisteren Vanaf een maand of 4 kun je je baby al gaan 'voorlezen'. Je baby kan het boekje bekijken en voelen terwijl hij van je stem geniet. Vanaf ongeveer 9 maanden beginnen baby's voorlezen steeds leuker te vinden. Voorlezen is dan vooral: samen plaatjes kijken, aanwijzen en benoemen wat je ziet en er samen over praten. Taalontwikkeling Hoe vaker je voorleest, hoe beter, want dat is heel goed voor de taalontwikkeling van baby’s. Niet alleen omdat ze nieuwe woorden leren, maar ook omdat ze zo spelenderwijs belangrijke communicatieve principes leren. Los daarvan is het natuurlijk ook gewoon gezellig om samen dit soort intieme momenten te hebben. Op vaste momenten voorlezen Dagelijks voorlezen geeft structuur; ook daar houden jonge kinderen van. Een baby die weet wat er komen gaat, voelt zich gerustgesteld. Bouw dus vaste leesmomenten in. Prentenboeken met een verhaaltje Vanaf 2 jaar worden prentenboeken met een verhaaltje interessant. Het kan nog niet té spannend zijn. Je hebt ook heel mooie prentenboeken-apps. Bij prentenboeken-apps zit vaak ook een stem die het boek voorleest. Soms zelfs in verschillende talen. Let op de voorleesstem Let bij het kiezen van prentenboeken en apps op de voorleesstem. Vind je die zelf prettig? Zijn de klanken helder en is er een prettig ritme in het lezen? Jonge kinderen houden van verhaaltjes op rijm, ook al kunnen ze zelf nog niet rijmen. Maar juist bij een app kunnen ze vaak ook zelf wat doen. Artikel Loes adviseert ouders

7 tips voor een fijne ochtendroutine met je kind

'Loes adviseert ouders' heeft een top 10 gemaakt van tips die je als ouder helpt bij het positief opvoeden van je kind(eren). Met deze tips kun je zelf en meteen aan de slag. Tip 1: Geef oprechte aandacht Als je kind je iets wil laten zien, stop dan even met wat je aan het doen bent. En geef aandacht aan je kind. Laat duidelijk zien en merken dat je luistert. Zo geef je gerichte aandacht aan je kind. Tip 2: Geef knuffel of aai Geef je kind regelmatig een knuffel of een aai over zijn/haar bol. De meeste kinderen vinden het fijn om aangeraakt en geknuffeld te worden. Dat versterkt jullie band en draagt bij aan positief opvoeden. Tip 3: Praat met je kind Praat met je kind over dingen die je kind interessant vindt. Vertel ook over wat je zelf die dag hebt meegemaakt. Tip 4: Wees positief Prijs je kind regelmatig, geef een compliment en wees positief. Zeg precies wat je goed vindt. Bijvoorbeeld: ‛fijn dat je meteen naar me luistert’. Je kind zal zich dan vaker zo gedragen. Tip 5: Voorkom verveling Zorg thuis voor activiteiten die je kind leuk vindt om te doen, zodat je kind zich niet gauw gaat vervelen. Denk aan: klei, kleurplaten, blokken, bordspelletjes, computeren, voetballen, buitenspeelgoed, enzovoort. Kies wat past bij de leeftijd. Tip 6: Zorg voor eerste keren Leer je kind nieuwe dingen door het eerst zelf voor te doen. Bijvoorbeeld op een aardige manier met elkaar omgaan (‘zeg maar 'alsjeblieft' of 'dankjewel'). Moedig je kind vervolgens aan het zelf te proberen. Wees positief en geef een compliment als het lukt. Tip 7: Stel basisregels Stel duidelijke basisregels op zodat je kind weet hoe hij/zij zich moet gedragen. Ga er voor zitten en overleg met je kind wat de huisregels kunnen zijn. Wanneer je kind ouder wordt, kan hij/zij steeds meer meepraten. Deze regels kun je zelfs opschrijven en bijvoorbeeld in de keuken ophangen. Op deze manier kun je er altijd naar verwijzen. Vertel ook wat de gevolgen zijn als je kind zich niet aan de regels houdt. Tip 8: Vertel hoe te gedragen Als je kind zich vervelend gedraagt, blijf dan rustig en zeg je kind duidelijk daarmee op te houden. Vertel daarna hoe hij/zij zich wél moet gedragen: ‘hou op met vechten; ga leuk met elkaar spelen’. Benader iets dus positief. Geef een compliment als je kind luistert. Vertel wat de gevolgen zijn als je kind zich niet aan de regels houdt. Als je kind niet luistert, dan moet je ingrijpen. Tip 9: Blijf realistisch Blijf realistisch. Je mag redelijk gedrag van een kind verwachten, maar verwacht niet dat je kind perfect is. Tip 10: Doe iets samen Zorg goed voor jezelf! Ook dat is onderdeel van positief opvoeden. Als jij je goed voelt, is het makkelijker om je kind te volgen. En tijd te maken om samen iets te doen.

Positief opvoeden

Eén van de belangrijkste taken die ouders hebben, is om kinderen te leren omgaan met hun zowel positieve als negatieve gevoelens, zoals opwinding, je ergens op verheugen, frustratie en teleurstelling. Elk kind wordt ook regelmatig geconfronteerd met situaties die spanning of stress opleveren, bijvoorbeeld bij een examen of belangrijke wedstrijd. Sommige kinderen maken in hun leven ingrijpende gebeurtenissen mee die hen diep raken zoals een echtscheiding of het overlijden van een geliefd persoon. Eigen gevoelens goed kunnen hanteren, is belangrijk voor het welbevinden en succes in het verdere leven. Emotionele veerkracht beïnvloedt onze relaties met anderen, bepaalt hoe verdraagzaam en betrokken we zijn en hoe we verschillende situaties hanteren. Veerkracht kan het ontstaan van emotionele problemen voorkomen. Als kinderen emotionele veerkracht ontwikkelen, hebben ze daar veel profijt van. Ze hebben meer kans dat ze: Zorgzaam en sociaal vaardig zijn. Zich kunnen inleven in en gevoelig zijn voor de behoeften van anderen. Eigen emoties kunnen hanteren en ook negatieve gevoelens kunnen verwerken om zich daarna beter te voelen. Kunnen omgaan met stress, zoals examendruk of onprettige ervaringen, zoals een pijnlijke medische behandeling. Bij veerkrachtige kinderen is de kans kleiner dat ze gevoelens op een negatieve manier uiten of een uitlaatklep zoeken in ongewenst gedrag. Ze hebben minder de neiging om problemen te ontkennen of uit de weg te gaan. Ze rekenen er niet op dat anderen hun problemen wel zullen oplossen of met ze hebben. BOUWSTENEN Emotionele veerkracht of stabiliteit omvat zes belangrijke vaardigheden: 1. Gevoelens kunnen herkennen en accepteren Laat je kind merken dat het gewoon is om verschillende gevoelens te hebben en te tonen. Het is normaal en gezond om zowel ups als downs te ervaren. Het is onmogelijk en ook niet goed om kinderen voor elke tegenslag op opwinding te willen beschermen. Praat met je kind over verschillende gevoelens en hoe je die herkent. Met boeken, verhalen, toneelspel, tekenen en muziek kun je een kind helpen om uiteenlopende gevoelens te begrijpen. Toon en praat ook over je eigen emoties en gevoelens. Kinderen leren veel over gevoelens door haar het gezicht en de gebaren van hun ouders te kijken. 2. Eigen gevoelens op een goede manier kunnen uitdrukken Kinderen moeten leren hoe je gevoelens kunt uiten en welke woorden, uitdrukkingen en gedrag daarvoor geschikt zijn. Ouders kunnen helpen door hun kind te leren op welke momenten ze gevoelens kunnen uiten, tegen wie, hoevaak en hoeveel. Kinderen moeten ook leren wat ongeschikte manieren zijn om je gevoel te uiten. Hier volgen een aantal tips hoe ouders kinderen kunnen stimuleren om gevoelens op een goede manier te uiten. Help je kind, zodat hij zich vrij voelt om over zijn gevoelens te praten. Beloon goede manieren van gevoelens uiten met positieve aandacht. Grijp in bij verkeerde manieren van gevoelens uiten. Als je steeds op dezelfde manier bepaalde consequenties laat volgen op ongewenst gedraag, leert je kind wat het verschil is tussen goede en verkeerde gevoelsuitingen. 3. Een positieve kijk op het leven hebben Hoe kinderen zich voelen hangt samen met de hoe ze over zichzelf denken en praten en de ervaringen die ze opdoen in hun dagelijks leven. Stimuleer optimisme. Dat hangt samen met zelfvertrouwen en hoe het kind zich emotioneel voelt. Stimuleer nieuwsgierigheid, dat leidt ertoe dat kinderen leren. Stimuleer voldoening en tevredenheid. Dan leren ze om bepaalde dingen te aanvaarden, verdraagzaam zijn naar anderen en blij te zijn met wat hebben en wie ze zijn. 4. Vaardigheden leren om met problemen om te gaan Problemen zelf leren oplossen. Geef zelf het goede voorbeeld en laat je kind zien hoe je alledaagse problemen aanpakt en oplost. Leer je kind om een probleem op te delen in kleinere onderdelen, en die 1 voor 1 gemakkelijker kan oplossen. Stimuleer positief denken. Leren om jezelf te ontspannen. Laat zien dat je als ouder in tijden van stress niet moet vergeten om voor jezelf te nemen en te ontspannen. Stimuleer het zoeken van steun. Vertel je kind dat het belangrijk is om over je gevoelens te praten, bij de ouders of anders bij iemand anders. 5. Negatieve gevoelens kunnen hanteren Help je kind om zelfstandig negatieve gevoelens te leren verwerken, zonder dat volwassenen daar steeds bij moeten helpen. 6. Omgaan met ingrijpende gebeurtenissen Wanneer kinderen overstuur zijn door een ingrijpende gebeurtenis, moeten ouders geruststellen en zorgen dat het gevoel van veiligheid weer wordt hersteld. Zorg dat je beschikbaar bent om je kind door een crisis heen te helpen.

6 tips van Allente om je kind te leren omgaan met teleurstellingen

Je zin niet krijgen, verliezen, niet uitgenodigd worden voor een feestje of een ander cadeau krijgen dan je had gehoopt. Stuk voor stuk situaties die bij kinderen teleurstelling en frustratie kunnen oproepen. Bij kinderen die het moeilijk vinden hiermee om te gaan, kan deze teleurstelling zich uiten in zeuren, huilen, schreeuwen of boosheid. Herkenbaar? Dan is het belangrijk dat jouw kind gaat leren teleurstelling te accepteren als iets dat bij het leven hoort. Dat zal je kind namelijk helpen om zich (later) makkelijker te herpakken als het even tegen zit of anders loopt dan verwacht.   TIP 1: LAAT DE TELEURSTELLING ER ZIJN De belangrijkste tip die we je kunnen geven is ‘laat de teleurstelling er zijn’ en geef je kind de ruimte om even te balen. Vaak zijn we als ouders geneigd om negatieve gevoelens bij onze kinderen zo snel mogelijk te willen oplossen. We willen niet dat ons kind zich vervelend voelt. En dus proberen we negatieve gebeurtenissen te relativeren of je kind te wijzen op positieve zaken. Denk aan het jochie dat teleurgesteld is omdat hij verloren heeft met voetbal en dan van zijn moeder te horen krijgen dat het niet om het winnen gaat, maar om het plezier. Of door zijn vader eraan herinnerd wordt dat hij wel een hele mooie goal had gemaakt.   TIP 2: GEEF ERKENNING Laat je kind zien dat je zijn negatieve gevoel begrijpt. Dat is iets anders dan je kind belonen voor het eventuele negatieve gedrag dat het vanuit deze teleurstelling laat zien! Het gaat erom de onderliggende emotie te benoemen en erkennen. “Je wilt heel graag televisiekijken. Je wilt dat zo graag dat je even niet kan bedenken wat je anders kunt doen en je bent boos dat het niet mag”. Je kind zal zich daardoor begrepen voelen en dat helpt je kind te leren om vervelende gevoelens te verdragen (ze mogen er immers zijn) en ze ook weer sneller los te laten (je kind hoeft geen tandje bij te zetten om zijn emotie te laten zien).   TIP 3: STEL VRAGEN Wanneer je kind teleurgesteld is over een gebeurtenis (dus niet omdat het z’n zin niet kreeg), is het goed om je kind vragen te stellen als “Waar baal je nu het meeste van?” en “Hoe had jij gehoopt of gedacht dat het zou gaan?”. Door echt het gesprek aan te gaan over de gebeurtenis en de beleving van je kind, laat je zien dat je je kind serieus neemt.   TIP 4: HELP JE KIND ZIJN EMOTIES TE BEGRIJPEN Door met je kind te praten over de gebeurtenis, zijn belevenis, maar ook zijn gevoel daarbij, kun je je kind helpen om zich bewust te worden van zijn emoties. Vraag je kind dus niet alleen naar zijn gedachten, maar ook naar het gevoel in zijn lijf. Misschien is het zelfs mogelijk om te kijken hoe dit nare gevoel zich opbouwde; wat voelde je als eerste? En hoe ging het verder? Op die manier kun je je kind helpen zijn emoties te gaan herkennen en begrijpen.   TIP 5: NORMALISEER Als je kind het moeilijk vindt om met teleurstellingen om te gaan, is het belangrijk dat het gaat leren dat teleurstellingen er eenmaal bij horen. Dat kun je doen door je kind dat te laten zien dat jij als ouder ook wel eens ergens van baalt. Laat zien of vertel je kind achteraf hoe je daar mee omgaat. Realiseer je dat jij een heel belangrijk rolmodel bent voor je kind in het leren omgaan met allerlei zaken. Het is dus goed om je als ouder bewust te zijn van hoe je zelf omgaat met zaken als tegenslag, teleurstelling en verlies? Want dat bepaalt ook wat je hierover meegeeft aan je kind!   TIP 6: ZOEK NAAR ‘BLIJ-MAKERS’ Kinderen die moeilijk met teleurstelling om kunnen gaan, vinden het vaak lastig om dit negatieve gevoel (en bijbehorend gedrag) los te laten. Ze blijven er een beetje in hangen en moeten dus leren hoe ze uit die negatieve spiraal kunnen stappen. Je kunt je kind helpen door – op een rustig moment – samen te bedenken van welke activiteiten het blij wordt. Het is nu eenmaal zo dat afleiding zoeken vaak goed werkt! Door bijvoorbeeld even muziek te gaan luisteren, tekenen of naar buiten te gaan, ben je de nare gebeurtenis zo weer vergeten!  

Risicovol spelen

Bij Allente weten we dat risicovol spelen goed is voor de ontwikkeling van kinderen. Ze krijgen er veerkracht van, zelfvertrouwen, inzicht in hun eigen kunnen, leren met vallen en opstaan, de motorische ontwikkeling wordt sterk gestimuleerd en ze leren omgaan met gevaar.   Ontdekken en experimenteren Kinderen beleven ook veel plezier aan dingen doen waarin ze net even extra worden uitgedaagd. Onze Allente pedagogen zeggen hierover het volgende: ´Ontdekken, experimenteren, zonder dat een ouder of medewerker constant de grens trekt of het gevaar voor wil zijn, dat is risicovol spelen. Dit zijn juist, dankzij dat risico, de momenten waarop je kind kan bouwen aan zelfvertrouwen, motorisch sterker wordt en meer ontdekt over zijn eigen kunnen.’   Waarom is risicovolspelen zo belangrijk?  Je kind is buiten aan het spelen en je ziet dat hij iets gaat ondernemen wat in jouw ogen gevaarlijk kan zijn: het pakken van een stok, klimmen in een boom of klimrek, te hard door de bocht op de step of de fiets, stoeien met een ander kind. Veel ouders zullen deze situaties herkennen en vaak is de eerste reactie om je kind te waarschuwen of te corrigeren. Hoe zou jij reageren in deze situaties? Wat is risicospelen nou eigenlijk en waarom vinden wij dit zo belangrijk? Risicovol spelen biedt veel leermogelijkheden en toch is het een moeilijk onderwerp. Ook voor ons bij de BSO’s en dagopvang. Niet alleen medewerkers onderling verschillen van mening over wat kan en niet kan, je hebt ook nog met de wensen van ouders te maken. Daarnaast, en eigenlijk nog belangrijker, speelt mee dat elk kind andere dingen aan kan. Het ene kind is motorisch sterk, de ander kan gevaar goed inschatten. De één is heel stoer en durft alles terwijl de ander wellicht wel een beetje uitgedaagd mag worden. Op de BSO lopen al deze verschillende kinderen door elkaar op de groep dus wat doe je wel, wat doe je niet, wanneer en hoe? Er is geen eenduidig antwoord op deze vraag, omdat elke situatie nieuw is en elk kind uniek. Voor de kinderen willen we namelijk niet dat we uit veiligheidsoverwegingen hun grote kansen voor ontwikkelen ontnemen. Wil je jouw kind ook risicovol laten spelen, maar weet je niet hoe? We hebben wat tips op een rijtje gezet: Kiezen voor risicovol spelen betekent ook dat je elk kind de ruimte geeft om misschien een bult, schram of kneuzing op te lopen. Laat je niet door angst leiden, maar kijk hoe het zou zijn als je voorbij die angst zou kijken. Kijk en luister naar je kind Luister naar je eigen gevoel Grenzen langzaam verleggen Maak duidelijke afspraken Moedig aan en houd afstand Waarschuw niet te snel Het is dus heus niet erg als je kind met wat bulten, schrammen of schaafwonden thuiskomt. Zolang het maar in veilige kaders gebeurt en waar jij en je kind zich goed bij voelen. En jij? Laat jij je kind risicovol spelen? Wil je meer weten en eventueel een test doen? Kijk dan op www.veiligheid.nl/risicovolspelen

Cookie instellingen